Bij de slotronde waren alle ogen gericht op de eerste twee borden. De koplopers hadden eerder al tegen elkaar gespeeld en moesten het opnemen tegen de achtervolgers. Op de andere borden hadden de spelers de kans om het toernooi op een mooie manier af te sluiten.
Op het eerste bord speelde Arthur de Winter tegen Kobe Smeets. Tegen het Siciliaans kreeg Arthur een pionnenmeerderheid op de damevleugel, maar Kobe hield alle pionnen onder controle. Arthur moest op winst spelen, dus forceerde hij een doorbraak in het centrum. Hierbij ontstond een toreneindspel waarbij wit een pionnenmeerderheid had op de damevleugel. Kobe speelde dit eindspel te afwachtend, waardoor Arthur zijn koning en toren erg actief neer kon zetten. Arthur zette zijn pionnenmeerderheid om in een vrijpion en won hiermee de partij.