Bij de slotronde waren alle ogen gericht op de eerste twee borden. De koplopers hadden eerder al tegen elkaar gespeeld en moesten het opnemen tegen de achtervolgers. Op de andere borden hadden de spelers de kans om het toernooi op een mooie manier af te sluiten.
Op het eerste bord speelde Arthur de Winter tegen Kobe Smeets. Tegen het Siciliaans kreeg Arthur een pionnenmeerderheid op de damevleugel, maar Kobe hield alle pionnen onder controle. Arthur moest op winst spelen, dus forceerde hij een doorbraak in het centrum. Hierbij ontstond een toreneindspel waarbij wit een pionnenmeerderheid had op de damevleugel. Kobe speelde dit eindspel te afwachtend, waardoor Arthur zijn koning en toren erg actief neer kon zetten. Arthur zette zijn pionnenmeerderheid om in een vrijpion en won hiermee de partij.
Op het tweede bord behaalde Prajit Sai Kumar een overtuigende winst tegen Rhys Arnold. In een damepion stelling pakte Prajit Sai een hoop ruimte op de damevleugel. Hierna ruilden de spelers een hoop stukken en bleef er een eindspel met een toren en een loper over. Prajit Sai had de betere coördinatie met zijn stukken, terwijl Rhys zwakke pionnen en een gebrek aan coördinatie had. Tot slot werd Rhys’ loper ingesloten in het midden van het bord, waardoor Rhys op moest geven.
Om nog een theoretische kans te behouden om koploper te worden, moest Roger Labruyere in ieder geval zijn laatste partij winnen. Tegen Thiemen Dekker kreeg hij een scherpe variant binnen het Spaans. Thiemen kwam vroeg in de opening al in de problemen en kwam snel een stuk achter. Dit zette Roger zonder problemen om in een punt.
Op het vijfde bord kregen Rens Blom en Oscar Zecha een theoretische stelling vanuit het Engels. De spelers kregen vrij snel een stelling met twee paar torens en ongelijke lopers, terwijl Oscar een extra pion had. Rens had voldoende tegenspel, maar hij moest opgeven toen hij een pionvork over het hoofd zag.
Aangezien zowel Arthur als Prajit Sai hun partij in de negende ronde wisten te winnen, behaalden de spelers een zeer hoge score van 8 punten uit 9 partijen (7 gewonnen en 2 remises). De titelstrijd moest dus beslist worden door middel van een barrage. Hierbij kregen de spelers 5 minuten bedenktijd met 3 seconden extra tijd per zet.
Met loting kreeg Arthur de witte stukken en Prajit Sai de zwarte stukken aangewezen voor de eerste barragepartij. De partij kwam lange tijd overeen met hun onderlinge partij van ronde 4. De aanval van Prajit Sai op de koningsvleugel sloeg niet door, dus Arthurs aanval op de damevleugel was beslissend. Hieronder een partijanalyse van de eerste barragepartij.
Na de eerste partij verloren te hebben, moest Prajit Sai winnen met de witte stukken. De spelers kregen de Rossolimo variant van het Siciliaans. Prajit Sai was goed voorbereid en speelde een interessant plan op de damevleugel. Hij verplaatste daarna het spel naar de koningsvleugel en opende de f-lijn voor zijn toren. Prajit Sai had een aantal kansen, maar Arthur verdedigde sterk. Toen Prajit Sai een rekenfout maakte, verloor hij materiaal en won Arthur ook de tweede barragepartij.
Arthur heeft de barrage dus met 2-0 gewonnen van Prajit Sai. Arthur werd hiermee Nederlands jeugdkampioen t/m 14 jaar. Zowel Arthur als Prajit Sai kunnen terugblikken op een uitstekend toernooi met hun gigantische reeks aan overwinningen. Ook in het algemeen complimenten aan de Jeugd C groep voor de vechtlust en spectaculaire partijen. Hopelijk weer tot volgend jaar in Almelo!