Nadat de 3e ronde geopend werd door Machteld van Foreest, konden de spelers weer van start. Veel van de partijen begonnen vrij rustig met openingen die alle kanten op konden gaan. Tom van Egmond had geen zin in een rustige partij en begon al snel een aanval tegen de witte koning van Hidde Knippenberg. Met h5, h4 en vervolgens h3 wist hij de witte velden te veroveren en de stukken van Hidde klem te zetten. Een kwaliteitsoffer om zich te bevrijden was niet genoeg en Tom zette het voordeel om tot een vol punt.
Er zijn nog drie spelers met een 100% score, waarvan er dan natuurlijk twee tegen elkaar spelen. Prajit Sar Kumar kreeg wederom een positionele strijd op het bord. Hij kreeg een fijne stelling tegen Nanne van Foreest, die stug verdedigde. Het voordeel ebde weg en in het diepe pionneneindspel werd er remise overeengekomen.
De derde speler met 2 uit 2, Léon Niemeijer mocht het met wit opnemen tegen Polle van Arendonk. In de onderstaande stelling wist de zwartspeler de duimschroeven flink aan te draaien. Zelfs met twee torens en een loper op het bord kon wit niets anders doen dan afwachten tot Polle de genadeklap uitdeelde.
De punten werden gedeeld bij Rens Blom en Ivan Ponomarev. Ivan snoepte in het middenspel een pionnetje mee, maar door de overgebleven ongelijke lopers viel er weinig vooruitgang te boeken.
Kobe Smeets koos tegen Roger Labruyère voor de Rossolimo. In de onderstaande stelling werd het ineens scherp. Roger speelde het nauwkeurig en won de partij knap.
Vlak na de opening had Take Snijders een kans tegen Jan Veraart. Met 15. f5! kon hij de deur naar de zwarte koning intrappen, maar dit werd gemist. Take maakte het later alsnog goed: met behulp van een penning wist hij in het eindspel twee maal snel achter elkaar een pion weg te snoepen.
Guido van Hesselingen wist tegen Noah Ritzerveld het loperpaar te bemachten en sneed over de witte velden vlijmscherp door de witte stelling. Met een zogenoemde ‘windmolen’ wist hij de partij af te ronden. Hieronder het laatste stuk van de partij.
Tot slot de partij waarin Alan Bakija de druk op Matthieu Guillaumond flink opvoerde. De pionnen op de koningsvleugel vlogen naar voren, waarna de zwarte koning het toch wat benauwd kreeg. Toen er door de druk op de h-lijn een stuk verloren ging, kon Alan het punt over de streep trekken.